zondag 14 januari 2018

Frank Herbert - De blik van Heisenberg (MSF 42)

Na een vakantie van drie weken (waarin ik niet forens en dus ook geen M=SF lees), eindelijk weer een berichtje van de dwarse SF-lezer. Waar waren we gebleven?

De blik van Heisenberg (The Eyes of Heisenberg, 1966) is een tussendoortje geweest voor de Amerikaanse schrijver Frank Herbert, die ondertussen al voluit bezig was met zijn Dune-epos. Het was oorspronkelijk verschenen als feuilleton in Galaxy Magazine tussen juni en augustus 1966 en nog in hetzelfde jaar verscheen het als boek. De vertaling van deze Nederlandse editie is van Walter B. Relsky (ook dat was Mieke Groot, weet u nog wel?).  De titel refereert aan Heisenbergs onzekerheidsprincipe, één van de hoekstenen van de kwantummechanica, hier ietwat krampachtig toegepast op moleculair en sociologisch niveau.

Deze medische sciencefictionroman speelt in een verre toekomst. De streng gecontroleerde maatschappij wordt bevolkt door twee onderscheiden klassen, de oppermachtige, onsterfelijke optimensen en het gewone volk. Natuurlijke voortplanting bestaat reeds lang niet meer, is zelfs een taboeonderwerp geworden. Flessenkinderen zijn de enige manier tot voortplanting. Elk embryo wordt door een chirurg aangepast tot het aan de norm voldoet: dociel en serviel. Op een dag besluit een chirurg voor een keer niet in te grijpen wanneer er een heel bijzonder, maar geheel buiten de norm vallend embryo ontstaat. Omdat de optimensen alles in de gaten houden en ze middels genocide de zaak in het gareel willen blijven houden, rest er niets anders dan vluchten, de ondergrondse in.

In het geheim worden de optimensen bestreden door een ondergrondse van nauwelijks menselijke cyborgs. Wanneer die cyborgs en enkele opstandige mensen een verbond aangaan, is het snel afgelopen met de optimensen. Door de cyborgs geconfronteerd met allerlei eonenoude taboes zoals natuurlijke voortplanting en direct, fysiek geweld, wordt de zorgvuldig uitgebalanceerde enzymenhuishouding van de duizenden jaren levende optimensen verstoord en binnen een verbluffend korte tijd zijn ze allemaal ofwel dood, ofwel ziek, zwak en onderworpen aan de nieuwe wereldorde.

Frank Herbert
Zoals bij wel meer werk van Herbert, is het kernprobleem ook hier de onvermijdelijke aangeboren kwetsbaarheid van inflexibele statische sociale systemen. Een aantal vaste thema’s uit Herberts werk komt terug in deze roman: de vastgeroeste, op rituelen draaiende maatschappij met een daarbij behorende etiquette is zo’n thema. Ook heeft Herbert wel vaker belangstelling getoond voor exotische en geheime communicatiemethoden. In dit boek is dat het hand-in-hand-taaltje van de twee mensen om wie het hele spul begonnen was. Ook de schijnbare onsterfelijkheid van de optimensen vindt zijn echo in bijvoorbeeld Leto II uit de Dune saga.

Geen bijzonder goed boek, ook niet slecht. Ik herinner me dat ik het bij eerste lezing, midden zeventiger jaren, beter vond dan nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten