woensdag 31 januari 2018

Jack Vance - Het Eeuwige Leven (MSF 44)

Het ietwat slordig (consequent “de mensen wiens”, bijvoorbeeld) door Warner Flamen (pseudoniem van Mark Carpentier Alting) vertaalde To Live Forever (1956) verscheen in 1971 als 44e deeltje in de reeks. De vaste lezers en Vancefans zullen er zeker van hebben opgekeken. Waar ze van Jack Vance doorgaans een barok palet gewend zijn, kregen ze in dit vroege werk plotseling een kale, gortdroge dystopische roman voorgeschoteld waar alleen de hoofdpersoon met zijn twijfelachtige moraliteit enigszins aan ander werk van de auteur deed denken, maar dan ook maar ternauwernood.

De dood is overwonnen: mensen kunnen onsterfelijkheid bereiken. Dat gaat natuurlijk niet zomaar: de malthusische realiteit is dat slechts een klein, select groepje daadwerkelijk die staat van eeuwig leven gewordt. Wie zich op enigerlei wijze onderscheidt, hetzij in wetenschap, hetzij in de kunst of andere voor de maatschappij en de mensheid relevante disciplines promoveert en de rest wordt op 83-jarige leeftijd om het leven gebracht door de doders. Zo is de maatschappij een extreme meritocratie geworden. Het promotiesysteem voert van de klasse van de Glark, via die van Kroost, Wig, Derde en Rand, naar de klasse van Amaranth, de onsterfelijken. Om voorbereid te zijn op catastrofes worden er klonen gemaakt van de Amaranth die de plaats van de verongelukte in kunnen nemen. Het geheugen en de persoonlijkheid van die klonen wordt voortdurend geactualiseerd.

Jack Vance met Norma 
Hoofdpersoon Gavin Waylock heeft zo zijn persoonlijke redenen om het gehele kastensysteem op de schop te leggen. Zelf een ex-Amaranth die wegens een misdaad zijn status ontnomen is, doet hij er alles aan om het eeuwige leven weer terug te veroveren. Hij werkt zich met bedenkelijke methoden op tot vicekanselier (wat dat verder ook in moge houden) en begint de Amaranth onder zware druk te zetten. Uiteindelijk slaagt hij door een uiterst machtsmiddel: hij begint de klonen te bevrijden. Volgens de wet hebben deze klonen op het moment dat ze tot bewustzijn geraken recht op onsterfelijkheid. Ten gevolge van deze onvoorziene aanwas raakt het evenwicht zodanig verstoord dat de doders hun taken moeten uitbreiden, met onrust en revolutie onder de niet-onsterfelijken tot gevolg. En dat doet het wankele systeem instorten. Zelf wordt Waylock nog een keer door een van zijn gereanimeerde slachtoffers vermoord, maar uiteraard heeft ook hijzelf een kloon tot zijn beschikking. Iedereen, Amaranth en bevolking in gelijke mate keert zich tegen hem, en als slotpleidooi roept hij de mensheid op om zijn voorbeeld te volgen en haar toekomst te richten op de ruimte.

Zoals gezegd: wie een gezellige, exotische planeet verwacht met barokke types en nonchalant uitgewerkte, tot in de details kloppende sociologieën, komt bedrogen uit. De wereld krijgt nauwelijks inkleuring en de personen worden niet uitgewerkt. Ze blijven een vaag kader waarbinnen de handelingen met een dunne pen worden geschetst. Het is allemaal eerlijk gezegd niet bijster interessant. Juist bij zo’n kleurrijk schrijver als Vance verwachten we veel meer. Hij moest zijn draai nog vinden, zullen we maar zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten