zondag 2 december 2018

Alfred E. Van Vogt - De arsenalen van Isher (MSF 56)


Net als het vorige in dit blog behandelde boek van de Canadees Alfred E. Van Vogt, Tijd van leven, is ook De arsenalen van Isher een zogenaamde fix-up (een term gemunt door Van Vogt zelf): drie in de veertiger jaren in diverse tijdschriften verschenen kortere verhalen zijn in 1951 samengevoegd tot een soort geheel. Deze handelswijze brengt enige risico’s met zich mee, want niet altijd gelukt het de schrijver om het uiteindelijke resultaat volledig homogeen te krijgen. In deze roman ondervinden we dat aan den lijve.

De vertaling van M.K. Stuyter S.J. (dat was één van de vele melige schuilnamen van Mieke Groot, weet u nog wel?) is redelijk - het boekje leest makkelijk weg. Althans… in het begin. Hier en daar zijn zelfs sporen van schrijfvreugde te bespeuren. Even lezen we hier nog niet de latere Alfred Van Vogt die eigenlijk niet houdt van mooie taal, die stuurse en zakelijke opsommer die, wars van alle opsmuk, weigert een verteller te zijn. Naarmate het verhaal echter meer en meer vast dreigt te lopen, en de professionele pulp-hacker zijn zaakjes bij elkaar tracht te houden, wordt het leesplezier minder. En helemaal voor niets, ben ik bang, want hij slaagt er uiteindelijk toch niet in om er een homogeen geheel van te maken. Zelden heb ik zulke opzichtige losse einden gezien in een sciencefictionboek.

Pas na een aantal schijnbewegingen, gevormd onder andere door enkele van de oorspronkelijke losse verhalen die de feitelijke “roman” body moeten geven, komt de kennelijke hoofdpersoon, Robert Hedrock naar boven drijven. Ondertussen is er een journalist gevangen geraakt in een eeuwige slingerbeweging van de tijd. Dit was een van de oorspronkelijke verhalen: The Seesaw (verschenen in Analog Science Fiction and Fact, July 1941). Op zich was dit gedeelte heel goed geschreven, maar het heeft volstrekt niets te maken met de rest van het verhaal. Voorts is de zoon van een motorbouwkundige, geboren met talent voor geluk, schatrijk geworden en weer straatarm en weer schatrijk en ook nog eens machtig nu hij tot de binnenste cirkel van keizerin Innelda Isher is gaan horen. Op de achtergrond is hij daarbij intensief begeleid door Robert Hedrock.

Alfred E. Van Vogt
Ah! Goed! Na deze inleidende dwaaltochten nu dan het eigenlijke verhaal. De wapensmeden maken en verkopen wapens. Vreemde wapens, want ze kunnen alleen maar gebruikt worden ter verdediging, niet als aanvalswapens. Verdediging waartegen? Vooral de corrupte macht van de keizerin van Isher. De filosofie van het bedrijf wordt verwoord door een slogan, in het Nederlands tautologisch vertaald als: Het recht wapens te mogen kopen is het recht om vrij te zijn. Met andere woorden: dit is typisch Second Amendment werk: de toevoeging aan de Amerikaanse grondwet waarin het recht om wapens te dragen ter verdediging tegen eventuele corrupties in de regering omschreven wordt. Precies de basis waar de National Rifle Association zich op baseert. Geen wonder dus dat dit boek favoriet is bij die eigenaardige wapenfanatici daarginds, in dat prachtige land USA.

Robert Hedrock wordt pas ver in het verhaal geïntroduceerd, ook al blijkt hij de ware hoofdpersoon te zijn. Hij is de enige onsterfelijke mens op aarde, een curieuze anomalie die voor het plot verder volstrekt irrelevant blijkt te zijn. Hij heeft het op zich genomen om de wapensmeden en hun arsenalen te herinneren aan hun oorspronkelijke doelstellingen, die van bescherming tegen de corrupte regering van keizerin Innelda Isher. De politieke filosofie van de Arsenalen beperkt zich tot het verschaffen van de middelen om zich te verdedigen tegen de corruptie van de Isher dynastie en het verschil te zijn tussen de staatsvorm van dat moment en een volledig totalitaire maatschappij.

Van Vogt is zo druk bezig met het verzinnen van allerlei rare plots dat het heel moeilijk is om je op een of andere rechte lijn in zijn “betoog” te concentreren, als die er überhaupt al is. Wanneer je op het internet gaat zoeken naar bruikbare samenvattingen, kom je al gauw tot de ontdekking dat die er simpelweg niet zijn. Hoe dat komt? Ik denk doordat er niemand is die begrijpt wat Van Vogts bedoeling geweest is. Ik ook niet: het einde was voor mij niet alleen onbegrijpelijk, maar bovendien ultiem vergeetbaar: nu reeds, drie dagen later kan ik me met geen mogelijkheid meer herinneren wat er allemaal gebeurd is. Wat ik wel nog weet is dat het geenszins klopte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten