vrijdag 17 maart 2017

J. G. Ballard – De brandende aarde (MSF 6)

Het is wel interessant om te zien hoezeer je mening, bijvoorbeeld op literair gebied, in de loop der jaren enorm kan veranderen, of soms verbazend stabiel kan blijven. Ik herinner me dat ik J. G. Ballard, bekend als de meest literaire van alle sciencefictionschrijver, eigenlijk niet veel vond voorstellen. Dit was misschien dan wel literair, maar ik vond het dor. Ik had op zestien- à zeventienjarige leeftijd wel degelijk al gegrasduind in de reguliere literatuur en vergeleken bij de echte schrijvers vond ik Ballard literair gezien “net helemaal niets”. Achter dit harde oordeel van een gepassioneerde zeventienjarige kan ik mij nu, vierenveertig jaar later, met volle overtuiging blijven scharen. Maar pas op! Het zou heel goed aan de vertaling kunnen liggen. Ik heb nooit iets van Ballard in het Engels gelezen en moet toegeven dat mijn negatieve oordeel volledig gebaseerd is op de Nederlandse vertaling.

The Burning World verscheen in 1964 als tweede deel van een uiteindelijk vierdelige serie rampenboeken. Het verscheen in 1967 in de Meulenhoff-reeks als De brandende aarde. Verderop in de reeks zal ook het eerste deel verschijnen. De vertaling door Mieke Meuldrager-Ezelin (prachtige naam, dat wel! Helaas is het een pseudoniem, namelijk van Mieke Groot, de vrouw van MSF redacteur Ruurd Groot.) is beroerd. Wat de lezer meteen heel erg opvalt is het veelvuldig gebruik door de vertaalster van het tegenwoordig deelwoord. Toen ik op de middelbare school stukjes Engels moest vertalen drukte onze lerares ons op het hart zeer terughoudend te zijn bij het vertalen van het Engelse present participle (een werkwoord+ing-vorm), dat als bijwoord of bijvoeglijk naamwoord kan voorkomen. Een enkele keer kun je deze in het Engels zeer veel voorkomende constructie wel direct met een tegenwoordig deelwoord vertalen (“lopende”, “overziend”), maar, drukte ze ons op ons hart, probeer altijd eerst of je de zin kunt ombouwen zodat je het zonder kunt. Welnu, dit boek bevat per bladzijde tussen de twee en vijf tegenwoordige deelwoorden, wat de tekst iets houterigs geeft dat wellicht een zweem van literair wil suggereren, maar in werkelijkheid alleen maar irritant is.
J. G. Ballard
Maar daar blijft het niet bij. Het Nederlands is overal lusteloos en dor, onhandig en lelijk. Buitengewoon vreemd kommagebruik, maakt de tekst nog eens extra hobbelig. Hier is niet met een ganzenveer geschreven, maar met een hark. Je hebt als buitenlandse schrijver stomweg pech wanneer je in handen valt van een vertaler die het middelbare-school-niveau niet weet te overstijgen.
Ik had nog een vage hoop dat het bij dit ene boekje zou blijven maar zie, ook de volgende deeltjes Ballard zijn door dezelfde vertaalster vertaald. Ik kan die natuurlijk overslaan, maar dat was nu juist niet mijn bedoeling. De hele serie, integraal, van deeltje 1 tot deeltje 380, dat was de bedoeling. Dus tegen dat het zo ver is moeten we diep slikken en hopen dat er ondertussen verbetering is opgetreden. En ja, sommige andere deeltjes zijn heruitgaven en omnibussen en die mag ik wél overslaan van mezelf!

Het verhaal is van zichzelf al niet echt pakkend. Vervuiling veroorzaakt een niet verder uitgewerkt vlies van een polymeer op het zeeoppervlak, waardoor het zeewater niet langer kan verdampen. Daardoor droogt de aarde langzaam maar zeker helemaal op. De hoofdpersoon, dokter Ransom verlaat zijn dorp, gaat naar de zee, waar een anarchie heerst die draait om het bezit van de schaarse overgebleven waterbronnen. Na tien jaar keer hij terug naar het dorp. Mensen gaan dood of worden krankzinnig, ook Ransom heeft weinig menselijks meer. In de laatste regel begint het te regenen. Het maakt niets meer uit.

Alles is beschreven met een soort afstandelijke koelte, een “disengagement” zodat je nooit ook maar iets van empathie gaat voelen voor de protagonisten. Een spannend bedoelde scene komt er al even bleekjes uit als een van de vele droge, stoffige natuurbeschrijvingen. De lezer haalt zijn schouders op: ’t zal allemaal wel. Ik betwijfel eerlijk gezegd of dit uitsluitend op conto van de vertaalster geschreven moet worden.

Enfin, ook dit boek was niet overweldigend dik en met twee dagen heen en weer forensen tussen Haarlem en Den Haag was het zo goed als uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten