donderdag 9 maart 2017

Pohl & Kornbluth – Wolfsklauw (MSF 4)

In deze niet al te lange, goed door Louise Meermin vertaalde roman uit 1959 zijn drie duidelijke delen te onderscheiden. Het eerste stuk (tot de helft ongeveer) valt niet mee. Weliswaar is het beter geschreven dan Heinleins schetsmatige Verdwaald tussen sterren, maar er was toch tijdens het schrijven te weinig aandacht voor diepte. Wel worden we getrakteerd op vele stereotyperende beschrijvingen van een geformaliseerde samenleving, die volledig van pompeus omschreven rites in elkaar hangt, in de trant van: Het Eerste Schouderophalen van Ontwijking, gevolgd door bijvoorbeeld De Derde en Laatste poging tot Overtuiging.
Ik durf niet te zeggen of dit betekent dat dit gedeelte van het boek vol zit met clichés, of dat we hier juist de frisse, nieuwe ideeën zien die in latere jaren door overmatig gebruik clichés geworden zijn. Voor ons, bijna zestig jaar na verschijnen, zijn het in ieder geval clichés geworden.

Het verhaal: de aarde is geënterd en op sleeptouw genomen door een sinister ruimtevolk, de Piramides. Ze hebben de aarde uit haar baan getrokken en van de maan een surrogaatzon gemaakt die om de vijf jaar nieuw leven ingeblazen wordt (hoe dat gebeurt blijft vaag). De wereldbevolking is, vooral door de zwaarte van de nieuwe omstandigheden, teruggebracht van tien miljard naar tien miljoen mensen. Ook wordt de aarde nog bewoond door ongeveer tienduizend rebellen, zogenaamde Wolven, die niets van de regels en riten van de Burgers moeten hebben, wier leven bestaat uit vormelijkheden die aan het thee-ritueel doen denken en aan zen-meditatie.


Frederick Pohl
Nu en dan, wanneer een Burger het volstrekte nirwana bereikt heeft en zijn hersenen waarlijk leeg geworden zijn, wordt hij “geoogst” door de piramides.
De Wolven mediteren niet en hebben een veel hogere graad van technologie dan de Burgers. Ze lopen in het algemeen rondjes om de Burgers, die zij smalend Schapen noemen. Glenn Tropile is een Wolf die vele jaren onder de Burgers geleefd heeft. Als hij uiteindelijk in de dodencel terechtkomt vanwege zijn onaangepastheid, weet hij op eigenaardige wijze te ontsnappen (hij schakelt zijn bewaker uit door hem te teisteren met verhalen over intimiteit, wat volstrekt anathema is voor de cultuur en de psychologie van de Burgers) om zich aan te sluiten bij de Wolven. Hij blijft echter mediteren en wordt dan ook opgenomen door de Piramides die zijn hersencapaciteit aftappen voor het in stand houden van hun levenscyclus. Uiteraard zal hij in het tweede deel van de roman de zaak in de war gaan gooien.

Cyril M. Kornbluth
Dat tweede deel is veel beter. Het beschrijft zeer aanschouwelijk hoe acht ontvoerde Burgers en Wolven mentaal één worden om een superieure intelligentie te vormen die de Piramides gaat bevechten. Een internetrecensie zei kort: ‘Meer Kornbluth dan Pohl’, en dat klopt. Frederik Pohl is van het harde, Cyril M. Kornbluth van het zachte. Dit subtiele, proto-New-Age schrijven werpt zijn schaduw spectaculair vooruit naar de fascinerende beschrijving in Fleet of Worlds (2007) door Larry Niven en David Lerner van de door Lerner ontworpen intelligente soort de Gw'oth, die in symbiose zeer intelligent zijn, en zoals blijkt in de vervolgdelen van deze reeks, in supersymbiose zelfs afschrikwekkend geniaal.

Helaas is het derde deel weer een stuk minder. Een gehaaste, rommelige beschrijving van de oorlog die de mensheid wint van de piramides. Had Pohl het hier weer overgenomen? Hoe dan ook, het had allemaal veel beter uitgewerkt kunnen worden. Tegenwoordig zou een boek met een hierboven geschetst plot zeker vierhonderd bladzijden dik geworden zijn. En terecht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten