vrijdag 3 maart 2017

Poul Anderson – Vlaag van verstand (MSF 3)

Ook dit boekje verscheen in het eerste levensjaar van de Meulenhoffreeks: in 1967. Oorspronkelijk uitgegeven in 1954, midden in de zogenaamde Golden Age van de Amerikaanse sciencefiction, wordt het beschouwd als een klein klassiek meesterwerkje. Helaas is deze Nederlandse versie door Duco van Weerlee nogal nonchalant vertaald.

Honderdduizenden jaren lang heeft het zonnestelsel zich in zijn baan om het centrum van de Melkweg door een krachtenveld heen bewogen dat enkele kosmologische constanten op geringe wijze beïnvloedt. Een kleine verandering heeft grote gevolgen. Op het moment dat de aarde uit dat veld kruipt vinden de elektromagnetische processen net even anders plaats. Het duidelijkst merkt men dat in de hersenen van levende wezens en voor mens en dier heeft de verandering dan ook verstrekkende gevolgen. Het gemiddelde IQ (zo die term nog iets betekent) van de mensheid stijgt exponentieel: een zwakbegaafde boerenknecht die als idioot door het leven ging heeft nu een IQ van 160, natuurkundigen halen een IQ van 500.

Een leuke premisse, die overigens volgens mij heden ten dage als achterhaald mag worden beschouwd, want ik meen eens gelezen te hebben dat men heeft bewezen dat de constanten, zoals de constante van Planck of de lichtsnelheid in vacuüm doorheen het gehele waarneembare heelal gelijk is. Nu ja, dat kon Anderson niet weten.

Het boek is opgebouwd als een rampenboek. In plaats van één lineaire verhaallijn, vinden we er vier of vijf: de geschiedenissen van de reeds vermelde boerenknecht, een sluwe politicus, een natuurkundige, en los van hem ook die van zijn vrouw. Telkens switchen we van de ene naar de andere lijn. Maar het boekje is er eigenlijk te kort voor: de verhaallijnen worden geen van alle bevredigend uitgewerkt. Alleen het verhaal van de boerenknecht, die in een paar ontsnapte chimpansees zijn gelijken vindt en wiens lijn verrassend aan het einde van het verhaal die van één van de andere hoofdpersonen snijdt, is bij vlagen boeiend.

Poul Anderson
Nadat het zonnestelsel het dempende krachtveld verlaten heeft, weet de mens in geen tijd een “Sneller Dan Licht” motor uit te vinden en tijdens zijn eerste ruimtereis doet het SDL-schip Sheila achttien verre planeten aan, waarvan er elf intelligent leven bevatten! Misschien wel erg optimistisch geschat.
Steden houden op te bestaan, God, geld en arbeid verdwijnen. De mensheid moet nieuwe doelstellingen in het leven vinden en sommigen slagen daar wel, anderen juist volstrekt niet in. Anderson probeert aanschouwelijk te maken hoe wezens met een IQ van 500 denken en handelen, maar daar slaagt hij vanzelfsprekend niet in. Voor ons zwakbegaafden is een dergelijk IQ nu eenmaal niet goed voor te stellen.

Deze zestig jaar oude roman is interessant voor mensen die geïnteresseerd zijn in wat ik maar noem de geschiedenis van de toekomst. Van internet is geen spoor te bekennen. Iedereen rookt nog, pijp of sigaretten. De onbetrouwbare Sovjet-Unie is nog steeds bezig met allerlei belhamelstreken. Vrouwen, zo ze al voorkomen, zijn stereotiepe wezens, afhankelijk van de intellectueel superieure mannen. Dat nare trekje deelt dit boekje met heel veel andere werken uit die tijd en het kan voor sommigen een reden zijn het over te slaan. Ik heb het met zeker plezier gelezen, maar zeker ook een beetje meewarig om zoveel naïveteit. Het sf-genre is sedert de Gouden Era bepaald wel een stuk volwassener geworden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten