maandag 8 mei 2017

Grovis – Duvels en oranje moeren (MSF 13)

Duvels en oranje moeren, met als ondertitel Nieuw Babylon en de verschrikkelijke Nedermensen, is het eerste oorspronkelijk Nederlandstalige boek in de Meulenhoff-reeks. Het is geschreven door Ward Grovis, een collectief pseudoniem van de twee redacteuren van de reeks: Ruurd Groot en Eduard Visser.

We stappen in de tweede helft van de zestiger jaren. De schrijfstijl waar we op getrakteerd worden doet heel dateerbaar aan: een vleug Sybren Polet, een genereuze portie Hans Plomp, gelardeerd met heel wat brokjes Marten Toonder en dat alles in een spesjale, niewerwetse spelling.

Ruurd Groot
Ruurd Groot gaat ook schuil achter het heteroniem Venugopalan Ittekot, de officiële vertaler van Terry Pratchett. Samen met zijn vrouw Mieke Groot was hij een van de productiefste Nederlandse vertalers van sciencefiction. Op de vraag waarom hij gekozen heeft voor Venugopalan Ittekot, antwoordde hij: 'Ik vond het wel leuk klinken.' Hij vindt rare namen überhaupt wel leuk, getuige het in de roman voorkomen van personen met namen als Tirrel, Moefie, Krett en Otjepoe.

Eduard Visser
Ik heb van beide auteurs alleen maar foto’s kunnen vinden van recente datum, al kan ik me wel voorstellen hoe ze er, tijdens het schrijven van dit boek, in 1966-1967 uit moeten hebben gezien.

Het verhaal?
Na de Boem raakt het noordwestelijke deel van het Europese vasteland geïsoleerd van de rest van de wereld. Het land van de Nedermensen is een achtergebleven, streng godsdienstig land, geleid door de Griffe (=gereformeerde) Kerk en met strenge handhaving van wet en orde door een alomtegenwoordige politiemacht en daaruit volgend een vreselijke repressie van hippies, langharigen en naaktlopers. Geschreven in de tijd van de provo’s, is dit natuurlijk een typische zestiger-jaren satire geworden, waarin Nederland karikaturaal geportretteerd wordt als het land dat het toen in 1966 in de ogen van de opstandige jeugd ook werkelijk was.

De hippies ondernemen een onderzoekstocht naar Nederland. De leden ervan bestaan uit drummers, muzikanten, anarchisten. Vaak zijn ze bloot (nooit naakt - net als bij Hans Plomp bespeuren we de neiging om alles met veilige, kinderlijke en enigszins vergoelijkende termen te omschrijven. De kleertjes gaan vaak uit, maar de kleren nooit), en hebben ze een beetje onschuldige seks.

In een uithoek van het land, in het door en door zondige Greonterp ontmoeten de kinderen een honderden jaren oude Meester Gerard en zijn ezel. Jazeker, alweer wordt er een bestaande grote schrijver handelend opgevoerd. En weer zonder dat mij de bedoeling van deze cameo helemaal duidelijk wordt. Dat is in de M=SF-reeks de zoveelste keer! Wat is er toch aan de hand?

De jeugd van Nieuw Babylon kijkt en onderzoekt, vraagt en speelt. De hel breekt los, want de duvels zijn gekomen, zo denken de Nedermensen. Hun kerk wordt gesaboteerd, waarna de kinderen terugkeren naar hun oorspronkelijke woonplaatsen, paradijzen vergeleken met het post-apocalyptische lage land.

En dan is het boekje alweer uit. Wat hebben we eigenlijk gelezen? Een lange undergroundstrip zonder plaatjes? Iets uit Aloha? Zoiets. Lichte kost. Pop.


2 opmerkingen:

  1. OK vond het een schitteren,origineel boek, maar hen yoy nu toe niet begrepen wat er SF aan os.

    BeantwoordenVerwijderen