zaterdag 13 mei 2017

J. G. Ballard – Verdronken aarde (MSF 15)

Hoewel dit het tweede apocalyptische boek van Ballard in de M=SF-reeks is, verscheen het onder de titel The Drowned World, oorspronkelijk twee jaar vóór De verbrande aarde, namelijk in 1962. Het Nederlands van deze vertaling, wederom door Mieke Meuldrager-Ezelin, een pseudoniem voor Mieke Groot, vrouw van M=SF-redacteur Ruurd Groot, blinkt ook deze keer weer niet uit in soepelheid. Weliswaar is blijkbaar tijdens een evaluatiegesprek haar veel te uitbundige gebruik van tegenwoordige deelwoorden ter sprake gekomen – er is er bijna niet een meer te bekennen en dat is een goede zaak, maar het blijft een beetje een worsteling om haar taal te lezen. Soms is dat Nederlands van haar zo houterig dat het ongrammaticaal wordt. Neem bijvoorbeeld deze zin: "Naast de taak om het proefstation draaiende te houden, deed Kerans ook dienst als medisch officier van de eenheid." Naast de taak, deed dienst. Dat is geen correct Nederlands. Ik heb het Engels er maar even bijgehaald en daar staat: “In addition to running the testing station, Kerans served as the unit's medical officer.”
Een ander voorbeeld: “Bodkin begon luidruchtig zijn keel te schrapen en begon plotseling te praten…”. Twee keer begon in één zin, dat krijgt een rode streep van de leraar als je zoiets in een schoolopstel probeert.

Het verhaal bevalt me eerlijk gezegd wederom niet. Zo min als in De brandende aarde, ben ik in staat om ook maar enig contact te krijgen met de hoofdpersonen. Het verhaal is, zoals zo vaak bij Ballard, van een desolate grimmigheid die mij niet bepaald aanspreekt. Doordat de zon raar doet, warmt de aarde in hoog tempo op. Daardoor stijgt de zeespiegel, zodat heel Europa verandert in een tropische lagune. Hoe de waterspiegel over een zo grote oppervlakte met maar liefst vijftien meter kan stijgen wordt niet bevredigend uitgelegd.
Alleen de poolgebieden hebben nog een aanvaardbare temperatuur, in voormalig West-Europa loopt die al op tot 55 graden. Nadat een expeditie het vroegere Londen verlaat om naar de Noordpool terug te keren, blijven vier leden achter. Ze proberen zich, net als de rest van het aardse leven, aan de veranderende omstandigheden aan te passen. Er ontstaat in ijltempo een regressieve evolutie terug naar het leven in het Trias. Niet alleen lopen er onwaarschijnlijke beesten onder prehistorische gewassen door, maar de collectieve, in de genetische opbouw van de mens besloten herinnering aan die tijd treedt steeds meer op de voorgrond en doet iedereen nachtmerries beleven.
Drie van de vier achterblijvers worden geconfronteerd met een groep plunderaars onder leiding van de waanzinnige Strangman. Er ontstaat conflict. Er wordt gedood. Er wordt vernederd, gemarteld en verslagen. Uiteindelijk keert de expeditie terug en redt Kerans, die daar niet van gediend is. Hij saboteert het een en ander en vlucht naar het warme zuiden, waar hij uiteindelijk, weet hij, zal sterven. Einde.

J. G. Ballard in 1962
Ik vind Ballard als literair sciencefictionschrijver overschat. Op geen enkel moment weet hij de regressie naar miljoenen jaren geleden in de mensen geloofwaardig te maken: we nemen het van hem aan, maar ikzelf in ieder geval slechts met een grote onverschilligheid.
Geen van de drijfveren van de vier hoofdpersonen kan me overtuigen. Als ik tijdens het lezen bij elk van hun handelingen alleen maar zit te denken: ‘dat zou ik niet zo gedaan hebben’, kun je spreken van een volledig ontbreken van communicatie. Of dat kwade wil van mij is of van Ballard, valt nog te bezien.

We zijn nog niet van hem af: er komen meer boeken van Ballard aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten