Het is alweer een tijdje geleden dat er
een berichtje geplaatst werd op dit blog. Dat heeft ermee te maken dat ik me uitsluitend
tijdens het forensen tussen Haarlem en Den Haag aan de M=SF reeks wijd. Thuis en
op mijn werk heb ik andere bezigheden. De afgelopen anderhalve week heb ik ziek
thuis doorgebracht en dan is een George Gently- of een Jonathan Creek-binge een
aantrekkelijker propositie dan rare sciencefictionboekjes lezen op de iPad.
Maar er is nog een reden dat het met Wachters
van het web van Avram Davidson een beetje langer duurde dan normaal. Ik heb
namelijk niet zoveel op met wat we voor het gemak maar even pop-art-literatuur zullen noemen. Ik heb
me jaren geleden eens stoutmoedig door de complete Illuminatus-trilogie van Robert Shea en Robert Anton Wilson heen
geworsteld en heb me zodoende in één klap volkomen overeten aan het genre.
Wat is dat dan: popart literatuur? Men
kent waarschijnlijk wel het kunstwerk van Richard Hamilton, getiteld:
Just What Is It That Makes Today's Homes
So Different, So Appealing? Een grote collage met vele aspecten van het
moderne, snelle, oppervlakkige leven, in verschillende texturen, perspectieven
en technieken. Zo ook is een popart-roman. De verteller ontbreekt vaak.
Handelingen worden niet nader verklaard, psychische perspectieven schieten als
ongeleide projectielen van links naar rechts, het verhaal wil zich niet verteld
weten, zodat de lezer het moet zoeken en het, als hij er echt moeite voor doet,
kan verzamelen, als het ware. De stijl wemelt van taal- en woordgrappen,
fonetische teksten en typografische experimenten. Er heerst verwarring, chaos,
speelsheid. Een flinke dosis Tao, met zelfs Lao Tze die handelend
wordt opgevoerd, kan er ook nog wel vanaf. Met wat meeval zetten zich uiteindelijk
wel wat verbanden af bij wijze van sediment, maar het hindert blijkbaar niet
als die verbanden je ontgaan. Uiteindelijk is er in pop-art alleen maar buitenkant, vrees ik. Zoals gezegd: niet
helemaal voor mij bedoeld.
Avram Davidson |
De Encyclopedia
of Science Fiction beweert van Avram Davidson "hij is mogelijk de
meest expliciet literaire schrijvers in sciencefiction". Een interessante
figuur. Zeker in zijn begintijd was hij vrij schuw en naar zijn uiterlijk werd
alleen maar gegist. Een collega schrijver omschreef hem als “hoofdzakelijk
baard”. En dat klopt, want Davidson was namelijk naast sciencefictionschrijver
ook een orthodoxe jood en zelfs een Talmoed student. In zijn latere leven
bekeerde hij zich overigens tot de moderne, monotheïstische Japanse godsdienst Tenrikyo. Zijn literaire tekst is ook
wel een beetje intimiderend gebleken voor de vertaler, E.
Kroon-Prins, die vol respect en op kousenvoeten door
de woordmacht heen manoeuvreert, met een stijf soort Nederlands als gevolg, dat
ook bepaald niet foutloos is.
Masters
of the Maze
uit 1965 verscheen in 1967 als tiende deeltje van de Meulenhoff-serie onder de
titel Wachters van het web. Een
merkwaardige afsluiter van de eerste jaargang van de reeks en het tweede
deeltje dat ik hier behandel dat ik niet eerder gelezen had. Jammer misschien:
ik zou er veertig jaar geleden wellicht ontvankelijker voor geweest zijn.
Het verhaal, voor zover daar enig touw
aan vast te knopen valt: eeuwenlang reeds worden portalen naar andere
tijd/ruimte dimensies bewaakt door een aan de Vrijmetselaars gelieerde
organisatie: de Wachters. Aan de andere kant van de portalen vinden we een
insectachtig ras, de Chulpex, dat de aarde wil veroveren. Onze held Nate Gordon
– een pulpschrijver die literaire ambities koestert – moet de wereld redden van
een complot tussen de Chulpex en een fascist genaamd Flint. Hele stukken zijn
geschreven vanuit het psychisch perspectief van de Chulpex en pas op driekwart
van het boek ontmoeten Gordon en de Chulpex elkaar en dan blijken de
insect-achtigen slechts drie centimeter groot te zijn. Hoewel? Later kreeg ik
weer de indruk dat ze wel degelijk veel groter waren. Oh en dan loopt er ook
nog iemand rond die zonder enige reden Ambrose Bierce is. Dat is, na
Dostojevsky een paar boeken terug, de tweede historische schrijver die in het
beeld gaat staan zonder dat je er als min of meer erudiete lezer ook maar ene
moer aan hebt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten