dinsdag 13 juni 2017

Jack Vance – De sterrekoning (MSF 20)

Terwijl Jack Vance’s tetralogie over de waanzinnige planeet Tschai nog maar net begonnen is, duwt Meulenhoff met De sterrekoning, het eerste deel van een pentalogie over de Duivelsprinsen, met groot enthousiasme naar voren. Persoonlijk zou ik, als ik redacteur was geweest, eerst Tschai hebben afgemaakt, want bij het verschijnen van deze vertaling had Vance de delen vier en vijf ervan nog niet eens geschreven. Het laatste deel zou zelfs pas tien jaar later uitkomen!

Hoe dan ook: hier dus het eerste deel van wat vijf boeken zullen moeten worden over de eenzame queeste van Kirth Gersen om de vijf Duivelsprinsen Attel Malagate, Kokor Hekkus, Viole Falushe, Lens Larque en Howard Alan Treesong te doden omdat zij in zijn jeugd zijn hele dorp uitgemoord of in slavernij afgevoerd hebben. Zoals zo vaak bij Vance zijn de persoonsnamen fantastisch gekozen. Een sadistische adjudant van Malagate is een zekere Hildemar Dasce die Gersens vriendin Pallis Atwrode kidnapt.

In dit eerste deel moet Gersen om te beginnen Malagate zien te identificeren. Hij kan één van drie personen zijn. Uiteindelijk lukt het hem met list en intrige zijn aartsvijand zich te laten ontmaskeren. Het einde van deze psychopaat is, zoals wel meer in het boek, van een ongekende wreedheid: hij wordt door de inheemse levensvorm van een idyllische planeet aangezien voor een voedselworm en dient als basis voor een nieuw, halfplantaardig wezen.

Jack Vance
De stijl van dit boek is anders dan die in Een stad vol Chasch. Harder, bitser. De eenzame engel der wrake heeft geen tijd voor ontspanning en ontroering, met als opmerkelijke uitzondering de secretaresse Pallis, voor wie hij een vreemde genegenheid opvat. Ik geloof niet zo in de diepte van die genegenheid: ik denk dat die uitsluitend het plot heeft moeten dienen: via haar en Dasce weet hij uiteindelijk Malagate te ontmaskeren. Al met al is het boek eigenlijk een soort in sciencefiction-omstandigheden gesitueerde spaghettiwestern geworden, compleet met de archetypen die zo voortreffelijk vertolkt werden door bijvoorbeeld Clint Eastwood, Lee van Cleef en Eli Wallach.

Het boek was soepel maar laconiek vertaald (zuiver en correct Nederlands blijft een uitzondering in de Meulenhoff-reeks) en maakt dat we met zekere belangstelling uitzien naar het volgende deel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten