vrijdag 28 januari 2022

Arthur C. Clarke - Stad onder de sterren (MSF 75)

Ook deel 75 van de serie is een jeugdwerk van iemand die uiteindelijk een heel grote naam zou worden in de sciencefictionwereld. City and the Stars, in het Nederlands Stad onder de sterren is een bewerking van Clarke’s eerste roman, begonnen in de 1937 en voltooid in 1946. Een boek waar hij allengs ontevredener over werd. In een voorwoord (niet in de Nederlandse uitgave opgenomen) schrijft Clarke: For the benefit of those who have read my first novel, Against the Fall of Night, and will recognize some of the material in the present work, a few words of explanation are in order […] Although this work was well received, it had most of the defects of a first novel, and my initial dissatisfaction with it increased steadily over the years. […] About a quarter of the present work appeared in Against the Fall of Night. Toch wel aardig om te weten, dacht ik zo. 

De vertaler van deze roman was een zekere Knut Azimuth, Dat is natuurlijk een pseudoniem. Zelfs de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek lost de schuilnaam niet op. Aangezien het Nederlands van deze vertaler heel behoorlijk is (één of twee missertjes slechts), vermoed ik dat er zich een vrij bekende schrijver achter deze naam verschuilt die liever niet met het genre geassocieerd wil worden. 

Diaspar (wat een anagram is van paradis en in klank een beetje lijkt op despair) is de stad waar de gehele mensheid zich op aarde (en in het heelal) heeft teruggetrokken, na op kennelijk hardhandige wijze door een ras dat de Binnendringers genoemd wordt, terug in haar hok gemept te zijn. De minstens één miljard jaar oude stad is volledig regenererend, zowel wat levenloze als wat levende inhoud betreft. De mensen worden gefabriceerd volgens bestaande computerprogramma’s, leven duizend jaar en worden weer gewist, om later naar behoefte opnieuw in het leven te worden geroepen. De buitenwereld, die taboe geworden is, is onbereikbaar door een ondoordringbare afscherming van de stad. De rest van de Aarde is oud, verdord en dood - de oceanen zijn verdampt. Dit is een soort scenario dat natuurlijk schreeuwt om een eenling die de ingeroeste gewoontes trotseert en daar hebben we Alvin, een unieke persoon die nog nooit eerder bestaan heeft en die met de hulp van de nar Khedron, die trouwens niet grappig is, naar buiten weet te ontsnappen. 

Ook als tweede poging is het een boek geworden met positieve en negatieve kanten. Het begint plezierig genoeg: overtuigend wordt een heel verre toekomst geschetst met vele onbegrijpelijke technologieën die op mij best geloofwaardig overkwamen. De premisse dat de stad één miljard jaar (= tien omwentelingen van de Melkweg) oud is, kan met voortschrijdend inzicht niet kloppen, want één zo’n omwenteling duurt tussen de 200 en 250 miljoen jaar. In de tijd van Clarke wist men dat kennelijk nog niet. Ook slechts één miljard jaar klinkt al wel een beetje vergezocht, maar vooruit, laten we maar aannemen dat zoiets kan. 

Lastiger wordt het te geloven in een tweede mensengemeenschap, die zich buiten Diaspar bevindt. Deze gemeenschap, genaamd Lys wordt niet gereguleerd door een grote centrale computer. Mensen worden geboren, paren en sterven: ze zijn natuurlijk gebleven, onveranderd, ook na al die miljarden jaren. En dat nu vind ik een beetje te onwaarschijnlijk.

Arthur C. Clarke
Daarna wordt het allemaal nogal verward. Het verhaal wordt afgeraffeld. Alvin vindt een robot die het knechtje was van de Meester, daarna het ruimteschip van diezelfde Meester. Hij gaat samen met een nieuwe vriend uit Lys op weg naar de Zeven Zonnen aan de andere kant van de Melkweg en ontdekt de oorsprong van de angst van de mensheid voor een kosmische macht die nooit bestaan heeft en dus mythisch blijkt te zijn en ten slotte verenigt hij de mensheid van Diaspar en Lys met elkaar. Als ik het goed begrepen heb is het boek een pleidooi tegen het rationele en voor het gevoelsmatige. 

Ondanks dat het boek soepel geschreven is en in een paar dagen uitgelezen werd, kan ik niet beweren dat ik aan de bladspiegel gekluisterd heb gezeten. Daarvoor was het allemaal een beetje te dor, te braaf. Ook vind ik het nogal gemeen om een antiwetenschapsboek zo vol te proppen met allerlei smakelijke brokjes toekomstwetenschap. Ik hoop dat Meulenhoff nu met een paar brutalere werkjes komen zal…

1 opmerking:

  1. Zie dat Knut, vooral in de jaren 90, toch zo'n dozijn titels heeft vertaald, vooral SF. Wie o wie?

    BeantwoordenVerwijderen