Het tweede deel in de reeks is
een stuk sterker dan het eerste. Niet alleen heeft De stalen holen (1954) van Isaac Asimov veel meer vlees, maar het
is ook beter vertaald, en de enigszins zorgelijke ondertoon die Asimovs schrijfstijl
kenmerkt is in het Nederlands van B.J. Cramer-Westerhoff
prima overgekomen.
Ik heb het werk van Isaac Asimov
wel eens ergens omschreven gezien als “burgerlijke sciencefiction”, en daar zit
zeker wat in. Zijn helden zijn vaak middelbaar, kalend, een beetje te zwaar. Zeker
is dat het geval in dit, het eerste deel over politieagent Lije Baley. Veertiger
Baley is een nette, braaf-burgerlijke detective in New York, vol met de
conventies en denkbeelden van de hem omringende wereld – een onwaarschijnlijke
rebel tegen wil en dank.
Die wereld waar hij in leeft is
een vastgeroeste. Mensen wonen in Steden (inderdaad: met een hoofdletter):
volledig overdekte units met tientallen miljoenen inwoners die nog nooit buiten
zijn geweest, en dan ook zonder uitzondering aan een extreme vorm van
agorafobie lijden. Die pleinvrees speelt een centrale rol in de plot.
Baley wordt op een moord gezet
die verstrekkende gevolgen kan hebben voor de koele, maar voorzichtig vreedzame
relatie tussen de mensheid van de aarde en de Kosmieten, voormalige
aardbewoners die eeuwen terug de ruimte hebben veroverd en nu met hun
superieure technologie teruggekeerd zijn en in een open stad naast New York zijn gaan
wonen. Hun doel op aarde is om de mensheid aldaar ervan te doordringen dat ze
zich aan de C/Fe revolutie moeten onderwerpen: C voor koolstof, Fe voor ijzer,
zijnde het verregaand geïntegreerd samenleven van mens en robot. In Asimovs
universum zijn robots in alle opzichten superieur aan de mens, maar vanwege een
fundamentele parameter, die het robots verbiedt een mens op welke manier dan
ook te kwetsen, kunnen ze principieel geen gevaar vormen voor de mensheid
anders dan dat ze werkloosheid veroorzaken. Deze restrictie maakt de moordzaak
in eerste instantie extra ingewikkeld, omdat de enige verdachte een robot lijkt
te zijn. Een mens zou de open vlakte tussen New York en de woonplaats van de
Kosmieten nooit hebben kunnen oversteken, vanwege zijn geprogrammeerde angst
voor vlaktes, alleen een robot (of een Kosmiet zelf) zou dat gekund hebben. Een
robot zou nooit de moord hebben kunnen plegen, alleen een mens (of een Kosmiet zelf) zou dat hebben
gekund. Ziedaar het probleem. Een bepaalde oplossing dringt zich vrijwel ogenblikkelijk op.
Isaac Asimov |
Wat deze roman tegelijk sterk en
op een rare manier zwak maakt is dat het naast een sciencefictionverhaal ook
nog eens een regelrechte whodunnit
is: een detectiveverhaal dat geheel gebaseerd is op logisch redeneren, regelrecht
uit de traditie van Ellery Queen of John Dickson Carr. Onmiskenbaar spijtig is het,
dat op het moment dat men zich dit realiseert, men vrijwel onmiddellijk met
zekerheid weet wie de dader moet zijn. Want net als in een conventionele
whodunnit zou het ook hier als een doodzonde beschouwd worden om op het laatste
moment met allerlei verborgen gehouden feiten op de proppen te komen. Graag een
eerlijke puzzel dus en die krijgen we ook, maar de puzzel blijkt simpelweg niet
complex genoeg te zijn.
De stalen holen is de tweede
roman in een zeer omvangrijk en consistent robot-oeuvre van Asimov. In 38 korte
verhalen en 5 romans wordt de geschiedenis van de robotica uitgebreid
behandeld. In vier van de vijf romans staan Lije Baley en R. Daneel Olivaw
centraal. De drie grondwetten van de robotica, zoals ze in deze serie
geformuleerd zijn, vormen de ruggengraat van deze complete future history.
Dit was trouwens niet de enige
future history die Asimov construeerde: zijn Foundation-reeks is net zo legendarisch. Grappig vind ik dat R.
Daneel Olivaw tienduizenden jaren later ook zijn opwachting maakt in het
tijdperk van de Foundation. Blijkbaar wilde Asimov op een bepaald moment zijn
twee geesteskinderen aan elkaar koppelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten