Deze verhalenbundel, samengesteld
door Warner Flamen en nu en dan redelijk vertaald door Mieke (M. Meuldrager-Ezelin)
is na Venus Plus X alweer het tweede
boek van Sturgeon dat in de reeks verscheen. De dikke bundel met dertien
verhalen van deze zorgelijke en humanistische schrijver verscheen in 1973. Ik
werd er niet wild enthousiast van.
Het eerste verhaal, Xanadu (The skills of Xanadu, Galaxy
Magazine 1956), is een leuke, ietwat standaard omkering: een ogenschijnlijk
weerloos volk, dat dreigt onder de voet gelopen te worden door de Enige Autoriteit, blijkt via hun “niet
dode” kleding met elkaar in een symbiose te leven, waardoor ze superieur
blijken te zijn aan de veroveraar. Uiteindelijk veroveren zij hun, natuurlijk.
Het
gedenkteken
(Memorial. Astounding SF 1946): een flinterdun verhaaltje over een
atoomgeleerde die met één welgemikte explosie de mensheid voorgoed van oorlog
af wil schrikken, en in plaats daarvan de allesvernietigende laatste oorlog
juist veroorzaakt. Het enige belangwekkende aan dit verhaaltje is de datum van
publicatie.
De
Wessenflinkel (Shottle Bop. Unknown, 1941) begint als een
Bommel-verhaal over een egoïstische en verwaande man die een toverdrankje tot
zich neemt en vervolgens de geestenwereld kan zien en er, met beperkingen, mee
kan communiceren. Het eindigt als een Lovecroft-verhaal met een tamelijk
voorspelbare twist. Het is me al vaker opgevallen, maar veel van die verhalen
uit de zogenaamde Golden Age zijn nogal bloedarmoedig bij elkaar geplot. Of
komt het toch doordat wij nu, zeventig of tachtig jaar later zo veeleisender
geworden zijn?
Op
het scherpst van het ontleedmes (Occam’s scalpel. If, 1971)
Een beetje verward verhaal
waarbij het niet helemaal duidelijk wordt wie nu hoofd- en wie bijfiguren zijn.
Een oude ondernemer sterft en zijn medewerkers ontdekken dat hij een
buitenaards wezen is, dat alleen maar vervuilde lucht met veel koolwaterstoffen
en dergelijke kan ademen. Zijn hele industriële leven heeft hij bedrijven
geleid die milieuverontreiniging veroorzaken. Als voorbereiding op een invasie
van zijn soort? Wie zal het zeggen…
Meneer Costello, held (Mr. Costello, hero. Galaxy Magazine 1953) is een parabel
over de uniformiteit van het fascisme of het antisemitisme (of: gezien het jaar
van verschijnen: het McCarthyisme). Wederom een beetje zoals Marten Toonder
zijn parabels placht in te kleden. Het loopt slecht af met de
dictator/mensenvriend.
Theodore Sturgeon |
Ook Begaafd (Talent. Galaxy Magazine 1953) is een Bommelverhaal,
namelijk Het huilen van Urgje. Maar ook hier loopt het slecht af met de
hoofdpersoon, een verwend, maar getalenteerd kind.
De
hemel zag zwart van de schepen (The sky was full of ships. Thrilling
Wonder Stories1947) is een nog zeer primitief space-archeology-verhaaltje (later veel beter gedaan door
bijvoorbeeld Charles Sheffield of Jack McDevitt) waarbij op de Aarde geplante
apparatuur de buitenaardse vijand moet waarschuwen als de mensheid
technologisch een bedreiging begint te vormen. Op het kritische moment komen
ze, en de hemel ziet zwart van de schepen.
Donder
en rozen
(Thunder and roses. Astounding SF 1947) is een nogal prekerig
post-apocalyptisch verhaal, waarin de hoofdpersoon, als een van de weinige
overlevenden van een atoomaanval, besluit om juist geen wraak te nemen en de
Amerikaanse bommen en granaten in hun silo’s te laten.
Veel van Sturgeon’s werk, althans
in deze bundel, is vervuld van een grote zorg over de toekomst. Niet
onbegrijpelijk natuurlijk, twee jaar slechts na Hiroshima en Nagasaki. Zoals ik
al eens eerder vermeld heb, ben ik niet zo’n liefhebber van het
post-apocalyptische thema.
De
nachtmerries van parallel X (The incubi of parallel X. Planet
Stories 1951) is met zijn zeventig bladzijden een van de langere verhalen in de
bundel. En het heeft me intens verveeld. Een onhandig geschreven (en slecht
vertaald) stuk hackwerk van de eerste orde. Pseudo-wetenschappelijke
prietpraat, fantasie, een dimensiepoortje en reuzinnen. Na afloop dacht ik: het
zal allemaal wel…
De
hurkel is een gelukkig dier (The hurkle is a happy beast. Magazine
of F & SF 1949) is ook eigenaardig vertaald. In het Engels zal het huisdier
uit de titel wel consequent met “it” aangeduid zijn. Dat moet je niet vertalen
als “het”. Zeker niet als je vervolgens bezittelijk voornaamwoorden moet gaan
gebruiken. De vertaalster had terecht
geen zin in “hets”, maar om dan voor “haar” te kiezen. In het Nederlands moet
je dan “zijn” gebruiken. Of wees consequent en laat de hurkel vrouwelijk zijn.
Ging het verhaaltje ook nog
ergens over? Hm. Eigenlijk niet.
De
teddybeer van de professor (The professor’s teddy-bear. Weird
tales 1948). Een klein horrorverhaaltje waarin een teddybeer zich voedt met de
ervaringen in de toekomst van wat nu nog een bijzondere kleuter is en later een
professor zal zijn. Een beetje melodramatische toon. Wel een aardig gegeven,
dat wellicht scherper uitgewerkt zou hebben kunnen worden. De clou aan het eind
was wel een beetje verwacht.
Er
bestaat geen afweer (There is no defense. 1948) is een invasieverhaal.
Een ruimteschip van onbekende afkomst raast door het zonnestelsel en zaait
verwoesting. Het begin van het verhaal oogt leuk en modern, maar helaas vervalt
het door een paar lamme plotwendingen tot standaard, typisch veertiger-jaren
pulp met straalpistolen en wezens met krabscharen als handen.
Jong
geleerd
(Like young. 1968). Het restant van de mensheid is bezig alle kennis door te
geven aan een volgend dominant ras, de otters. Maar als een otter meewarig
glimlacht om en commentaar levert op de vergissingen van Einstein en
Heisenberg, blijkt dat dominante ras allang te bestaan.
Slotconclusie: ik ben niet zo
blij met de verhalen van Sturgeon. Simplistisch, slordig, gehaast en nooit eens
uitgelaten. Teleurstellend.
Mijn conclusie: goed geschreven. Een tijdreis naar de jaren zeventig van de vorige eeuw, het gouden tijdperk van de Nederlandse SF. Ik was toen lid van het NCSF en een grote fan van het ironisch getinte King Kong SF van Rob Voren. Er kwam ook veel troep uit, hetgeen door jouw bovenstaande recensie wordt geïllustreerd. Ga alsjeblieft door met die unieke project.
BeantwoordenVerwijderenPeter