De korte
dystopische roman Aardewerk van Brian
Aldiss is een verwarrend boek geworden. De bekende thema’s van Aldiss komen aan
bod: de funeste invloed van de mens op de natuur – en daardoor op zijn eigen
leefomstandigheden. De wereld is veranderd in een grote, door ziekten geplaagde
vuilnisbelt. De wereldbevolking is gegroeid naar 24 miljard. In volgepakte
steden leven de uitgehongerden in honger en armoede. Wie iets fout doet, welke
kleinigheid dan ook, wordt naar de werkkampen van de Boer gestuurd om
landbouwer te worden in iets dat doet denken aan de concentratiekampen van de
Tweede Wereldoorlog. Uiteraard zijn er ook rebellen. In dit werk heten ze de
Reizigers. De westerse wereld is volledig op de knieën en het is Afrika dat nu
de dienst uitmaakt.
De hoofdpersoon, Knowle Noland, voormalig
Landbouwer, voormalig Reiziger, is nu kapitein van een reusachtig
containerschip met een bemanning van vier. Ze brengen soms jaren op de boot
door zonder enig contact met andere mensen – alle havens zijn gerobotiseerd . Noland
komt in het bezit van vreemde liefdesbrieven tussen een zekere Justine en
Peter. Na een fatale menselijke fout strandt en ontploft het schip bij de
zuidwestkust van Afrika. Daar raakt hij door het bezit van de brieven tegen
zijn wil verwikkeld in de intriges van de Afrikaanse politiek. De man die hij
kende als de Boer, blijkt Peter Mercator te heten en is er, samen met zijn
vriendin Justine, op uit om middels een moordaanslag op een vooraanstaande
Afrikaanse politicus een louterende wereldoorlog te veroorzaken die de slaven
zal uitroeien en de Reizigers de kans zal geven om een nieuwe wereld op te
bouwen. Na zich lang verzet te hebben, legt Noland zich uiteindelijk neer bij
zijn onvermijdelijke rol en het boek eindigt wanneer hij door het vizier van
een geweer de president van Afrika zoekt.
Brian W. Aldiss |
Noland wordt het gehele boek door
geteisterd door hallucinaties die het lezen van deze korte roman tot een
verwarrende ervaring maakt. Wel is meestal duidelijk wat werkelijkheid is en
wat waanbeeld, maar mij werd niet altijd even helder wat de functionaliteit van
die levendige fantasieën nu eigenlijk was. Ik ben trouwens van mening dat droomscènes
in de literatuur strikt verboden moeten worden. Er is meer vreemds in het boek
aan te treffen. Naast de hallucinaties wordt hij in zijn lucide toestand soms geteisterd
door iets dat hij de Gestalte noemt: een spookachtige figuur die hem lijkt te
volgen. Volgens Justine verschijnt de Gestalte wanneer Noland dichtbij de dood
is.
Hier en daar deed het werk me
denken aan dat van J.G. Ballard, misschien ook door de literaire manier van
schrijven, die door de vertaling van Dolf Verroen (een echte, literaire
schrijver) in aanmerkelijk beter Nederlands gevat is dan de meeste deeltjes uit
deze reeks. Alleen wemelt het in zijn vertaling van de overbodige komma’s.
Al met al is het een duister boek gebleven,
waarvan ik me afvraag of ik het wel begrepen heb. Vrolijke, gezellige Amsterdam-Westessef
was het in ieder geval niet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten