Deathstar II is het tweede
deel van de Doodstrijd-cyclus over beroepsgokker, schelm, maar toch ook wel beste
kerel Jason dinAlt. Het verscheen in 1965 en in de Meulenhoffreeks als Doodstrijd in Appsala in het begin van
de zeventiger jaren.
De avonturen beginnen wanneer dinAlt
ontvoerd wordt door een buitengemeen rechtlijnig denkende godsdienstwaanzinnige
genaamd Mikah die hem naar een gerechtsgebouw wil brengen om hem voor zijn vele
kwajongensstreken te berechten. De doodstraf zal zeker worden uitgesproken, dus
moet dinAlt iets ondernemen. Tijdens de ruimtevlucht naar de thuisplaneet van
Mikah saboteert hij het ruimteschip en stranden ze op een planeet waar
gedegenereerde mensen wonen, de resten van een gestrande bemanning, die een
primitieve samenleving van slavernij vormen. Resten van wetenschappelijke
kennis worden strikt geheim gehouden door diverse clans en Jason is in staat zich
met zijn brede kennis van werktuigbouwkunde en allerlei natuurkundige en
chemische processen al gauw een positie te verwerven als een Leonardo in het
kwadraat.
Machiavellistisch is hij bezig de
wereld in een wetenschappelijke en militaire revolutie te betrekken, daarbij
steeds tegengewerkt door de zeloot Mikah.
Veel van het conflict in dit boek
handelt over de vraag of begrippen als “goed” en “kwaad” absoluut zijn. Jason
vindt duidelijk van niet en als lezer worden we vanzelfsprekend systematisch
gemanipuleerd in de richting van zijn standpunt. Mikah komt er in het geheel zo
bekaaid vanaf, dat je gaat wensen dat dinAlt een wat waardiger tegenstander had
gekregen..
Harry Harrison |
Als dinAlt te ver blijkt te gaan
in zijn streven om een geschaakte maagd te ontzetten, wordt hij
levensgevaarlijk gewond. Hij zou zeker gestorven zijn als hij niet op de
laatste bladzijden gered zou zijn door zijn vriendin van de planeet Pyrrhus.
Vergeleken met het eerste deel is
het verhaal hier eenvoudiger, en wordt de thematiek ook met een zekere
monotonie gepresenteerd. Na een bladzijde of twintig weten we wel dat dinAlt en
Mikah fundamenteel anders aankijken tegen begrippen als rechtvaardigheid, goedheid,
kwaad. Natuurlijk krijgt arme Mikah geen poot om op te staan en danst de lezer,
begeleid door het pijpen van Harrison/dinAlt, rondjes om de log denkende
godstdienstkranke Mikah. Ik denk dat het verhaal substantieel zou hebben kunnen
winnen als Harrison in plaats van de idioot Mikah een ander type had gekozen:
een intelligenter iemand, beter in staat tot discussiëren en niet telkens
reagerend vanuit het meest primitieve deel van zijn zenuwcentrum. Zoals het is,
lijkt Doodstrijd in Appsala me een beetje een niemendalletje geworden, bepaald
zwakker dan Doodstrijd op Pyrrhus, dat een goed doordachte plot had. Als Space
Opera is het niet zo slecht, maar het blijft wel een beetje dertien in een
dozijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten