Enigszins gewaagd voor zijn tijd
was Philip Jose Farmers verhalenbundel Strange
relations uit 1966, waarin de mogelijkheden van intergalactische seksuele
relaties uitgewerkt werden. Bij herlezing komt het me allemaal niet zo spannend
meer voor, maar ik herinner me vaag dat ik het, toen ik het begin zeventiger
jaren voor het eerst las, bepaald een controversieel boek vond.
Deze redelijk maar ietsjes
houterig en niet helemaal foutloos (bijvoorbeeld: “wat het ook zei”) door Elisabeth/van
Leent-Sieburgh vertaalde bundel bestaat uit vijf lange verhalen die telkens een
“casus” presenteren.
Het eerste verhaal, getiteld Moeder, beschrijft hoe een seksueel
enigszins gefrustreerde jongeman en zijn moeder, die hem volledig domineert, op
de verre planeet Baudelaire door twee inheemse molluskachtige moederwezens in
haar baarmoeders opgesloten worden. De moeder overleeft het niet, maar Eddie
wordt uiteindelijk onderdeel van het voortplantingsproces van zijn gastmoeder.
Het tweede verhaal, Dochter is een soort à propos bij het
eerste. Het speelt weer op de planeet Baudelaire, maar nu is het een kind van
het moederwezen en Eddie, dat door haar vader onderwezen wordt in overleving,
op een manier die tot dat moment op de planeet onbekend was. Na enige tijd
begint de lezer te vermoeden dat we hier met een bewerking te maken hebben van
het sprookje De wolf en de zeven geitjes, wat aan het eind dan ook in “otjespee
atijnlee” (potjeslatijn) onthuld wordt. Dit verhaal komt tot nu toe het dichtst
bij wat ik gezellige Amsterdam-Westessef noem en is mijn favoriet uit deze
bundel.
Het derde verhaal Vader is de spil van het boek. Met zijn
ruim honderd bladzijden is het eigenlijk een korte roman geworden. Erin wordt beschreven
hoe een schip strandt op de verre planeet Abatos, een ware Hof van Eden, waar
een buitenaards wezen aanvankelijk zeer overtuigend pretendeert God te zijn. Aan boord van het schip raken twee passagiers, Bisschop André en pastoor
Carmody, in een verhit debat omtrent de ware aard van het wezen, totdat blijkt
dat het wezen, zich noemende Vader, een leugenachtig en kwaadaardig schepsel
is. Het kost de bisschop het leven, de padre, met meer levenswijsheid behept,
komt als triomfator tevoorschijn. Kwesties als oerzonde, seks, het eeuwige
leven etc. komen aan bod. Als theologische sciencefiction is dit geen slecht
verhaal, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het, zoals wel vaker
gebeurde bij verhalen uit deze periode, in zekere zin als prototype heeft gediend
voor latere, veel beter uitgewerkte dito verhalen.
Philip Jose Farmer |
Verreweg het zwakste verhaal is Zoon, waarin een man met een moedercomplex
gevangen wordt door een volledig geautomatiseerde, van AI voorziene,
vrouwelijke communistische onderzeeboot van de vijand. Hij is haar te slim af,
doorziet haar leugens, ontsnapt en is
meteen van zijn moedercomplex af. Ongeveer rond diezelfde tijd schreef Larry
Niven een kort verhaal over een intelligente raket met ogenschijnlijk
psychosomatische klachten, getiteld Becalmed
in Hell, dat zoveel beter was dat het eigenlijk geen vergelijking meer is.
Het is duidelijk: Farmer was een der laatsten van de oude garde, Niven één der
eersten van de nieuwe. In de zestiger jaren was er een machtsgreep bezig die
zou af gaan rekenen met de klassieke sciencefiction.
Het laatste verhaal, Mijn zuster d’r broer toont dat eens te
meer aan. Hier hebben we een verhaal over een aantal zeer ingewikkelde symbiotische
levensvormen en voortplantingswijzen die voor de huidige lezer paradoxaal tegelijkertijd
een beetje te simpel en nogal vergezocht is. Het is zeker een onderhoudend
verhaal, met trouwens ook weer een forse dosis theologie erin verwerkt, maar
vergeleken bij de veel subtielere symbioses die moderner schrijvers ons hebben
voorgetoverd, voldoet het verhaal eigenlijk maar ternauwernood.
Eén ding aan dit boek is nog heel
vreemd: ik heb een zeer levendige herinnering aan een bepaalde scène uit dit
boek dat ik vijfenveertig jaar geleden gelezen heb. Ik kan me zo de setting en
de sfeer voor de geest halen. Maar hoe levendig die herinnering ook moge zijn:
de scène komt niet voor in het boek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten