De Oost-Aziëdeskundige en psycholoog Paul
Myron Anthony Linebarger (1913-1966) wilde zijn wetenschappelijke werk en zijn
sciencefiction strikt van elkaar gescheiden houden. Daarom koos hij een
pseudoniem. Soms kun je iemands karakter aardig reconstrueren vanuit zo’n
pseudoniem: in dit geval bestaat hij uit twee klassieke, geschoolde
handvaardige beroepen. Een cordwainer (in het Oud-Nederlands:
cordewanier) is een schoenmaker die werkt met cordovan leer. In Nederland
hebben we de zeldzame achternaam Corduwener. Een smith is
vanzelfsprekend een smid. Hier is iemand die staat voor tradities, eerlijk
handwerk, afwezigheid van pretenties.
De sciencefiction die hij schreef was
allesbehalve traditioneel. Hij schept een volstrekt unieke toekomstgeschiedenis
die nogal haaks staat op het rechtlijnige denken van de meeste
sciencefictionschrijvers. Dit redelijk door Max Schreuder vertaalde boek
(één keer een “de-mensen-die-is”-fout) bestaat uit vijf verhalen, sommige
behoorlijk lang. Het doet daardoor denken aan het boek Vreemde
Verwanten van Philip Jose Farmer. De thematiek is echter geheel
anders.
Het eerste verhaal, Moeder Hitties
Kleine Kitties (1961), gaat over een beroepsdief die de rijkdom van
een planeet probeert te stelen maar daarbij op een zeer bizarre manier om het
leven komt: elektrisch versterkte telepathische gedachten van speciaal daartoe
gekweekte krankzinnige nertsjes. Wilde fantasie, ik houd daar in principe wel
van.
Het tweede verhaal blijkt de ruggengraat
van het hele boek te zijn. De dode dame in de Onderstad (1964)
telt 110 pagina’s. Het beschrijft als een quasi wetenschappelijke historische
studie de revolutie van de ondermensen van een aantal eeuwen terug. Dieren,
voorzien van menselijke trekken, worden door twee roosterfouten in de maatschappij,
de heks Elaine en het hondenmeisje D’joan, samen met een reeds lang overleden
wijze vrouw wier persoon in een computer is opgeslagen, opgewekt tot een
revolutie om hun rechten als mens te verwerven. De revolutionaire actie zelve
mislukt, in zoverre dat bijna iedereen ter dood wordt gebracht, maar slaagt
omdat er nadien inderdaad een kentering zou komen in de verhouding tussen heren
en knechten. Ik vond het een lastig verhaal omdat ik ten eerste niet zo van de
fantasy-achtige sfeer ervan hield, maar bovendien was deze fantasie ook nog
eens messianistisch en new-age.
Veertig bladzijden duurt het derde
verhaal De dronken boot (1963), ook weer een verhaal dat
zogenaamd naderhand verteld is, en waarin gerefereerd wordt aan voetnoten van
historici en dergelijke. Dit verhaal vertelt hoe Rambo, daartoe gedwongen door
een Heer, leert om op eigen gelegenheid, zonder ruimteschip dus, door de
intergalactische ruimte te reizen en iedere plaats in het universum in een
fractie van een seconde te bereiken. Het verhaal had niet veel kop of staart,
maar ik neem aan dat het essentieel was om de toekomstgeschiedenis van
Cordwainer Smith verder op te bouwen.
Cordwainer Smith |
De ballade van C'Mell (1961)
kun je opvatten als een soort samenvattende voortzetting van het lange tweede
verhaal. Deze keer is het niet het hondmeisje D’joan, maar de katgeisha C’mell
wier menselijkheid wordt getest door een rechtbank. Maar één van de Heren is op
haar hand en hij weet haar waardevolle gegevens te verschaffen die bijdragen
aan de uiteindelijke emancipatie van de ondermensen. Al deze verhalen gaan
uiteindelijk over de relatie tussen (bio-)wetenschap en ethiek.
Het boek eindigt met Een planet
genaamd Shayol (1961), een tamelijk gruwelijk verhaal over een planeet
waar de zwaarste misdadigers naartoe gestuurd worden om de rest van hun leven
in pijn te slijten. Maar de straf is heel dubbelzinnig. Op de planet woont een
levensvorm, de dromozoa, die met de allerbest denkbare bedoelingen
levend materiaal voozien van extra organen, ledematen of andere verbouwingen,
waar de mensheid als geheel alleen maar profijt van kan hebben, maar welk
proces wel een voortdurende, danteske marteling oplevert voor de veroordeelden.
Uiteindelijk wordt de strafplaneet opgeheven, wanneer blijkt dat de machthebber
ook onschuldige kinderen naar deze strafkolonie heeft gestuurd.
De toekomstgeschiedenis in dit boek is
geen plezierige en Cordwainer Smith’s schrijfstijl is zeer ongebruikelijk en
vreemd. Ik moet bekennen dat het met een zekere zucht van opluchting was dat ik
dit boek afsloot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten