Robert Anson Heinlein was een
controversiële schrijver. Hij was uitbundig rechts en libertarisch in een
fundamenteel linkse subcultuur: die van de hippies en de sciencefiction. Veel
van zijn boeken waren het middelpunt van debat en dat was dan ook de reden, zo
verklaarde de redactie van de Meulenhoffreeks, dat het zo lang geduurd had
voordat er, na Meulenhoff deeltje 1, een volgend werk van hem in het fonds opgenomen werd.
Met Het pad van roem uit 1964 kon men evenwel zich geen buil vallen:
het is een vrolijke avonturen-fantasy geworden, geschreven in een laconieke
hard-boiled stijl waar Mickey Spillane nooit ver weg is. Terloops worden nog
wel een paar politiek incorrecte meningen gespuid, maar de schrijver heeft zich
bepaald ingehouden, zoveel is wel duidelijk. Het boek is redelijk vertaald door
Frits Lancel: niet goed, niet slecht.
Terwijl E. C. "Scar"
Gordon , zojuist ontslagen uit een oorlog in Zuidoost-Azië, in de zon van het
naturisteneiland Île de Levant aan de Franse Riviera lekker ontspannen zijn verdere
toekomst ligt te plannen, wordt hij als held ingehuurd door een beeldschone
vrouw genaamd Ster, die met haar kale valet Rufo op een queeste is.
Er dreigen draken en gevaren,
mathematische wezens en zwaardvechters in een hallucinerende wereld. Met als
ultieme prijs: rijkdom en glorie! Alles draait om een voorwerp dat van een
verre plaats teruggehaald moet worden: het Ei
van de Phoenix. Later blijkt dat ei een immens archief te zijn dat Ster
nodig heeft om haar functie als Keizerin
van 20 Universa uit te kunnen oefenen. Er wordt gevochten met een
onmogelijke wiskundige entiteit, met minotaurussen, draken en ten slotte met
een onmenselijk sterke zwaardvechter die het ei bewaakt.
Robert A. Heinlein |
Het is qua opbouw een beetje
vreemd boek geworden. Net als het laatste deel van Lord of the Rings bevat het
na de climax, ongeveer op tweederde, een zeer uitgebreide coda, waarin verteld
wordt hoe onze held vervolgens niet om weet te gaan met zijn nieuwe status als
keizerlijke gigolo en uiteindelijk samen met Rufo uit verveling een
heldenbureau begint. Deze coda wordt door Heinlein voornamelijk gebruikt om toch
nog een hele hoop sociale en psychologische ideeën te spuien. Het bloed kruipt.
We accepteren veel van hem, omdat hij wel een heel goede schrijver was. Zonder
twijfel zijn er mensen die zich wild zullen ergeren aan het blatante en
ogenschijnlijk oppervlakkige seksisme in het boek, maar ik vermoed dat zelfs
toen hij dit boek schreef Heinlein zijn tong al ferm in zijn wang gedrukt had.
Alles aan dit boek is uiteindelijk een parodie, niets is serieus, alles ironie:
hij neemt zijn tijd en land in de maling.
Het enige onderwerp waar hij
misschien serieus over is, lijkt me de problematiek van de menselijke relatie
te zijn. Ster is niet wie ze is, Rufo ook niet, en Omar (zoals Gordon herdoopt
is) kan niet anders als reageren volgens zijn, goedburgerlijke, door-en-door
Amerikaanse moraal. Dat levert hilarische momenten op die bij nader inzien toch
wel iets onthullen over Heinleins vrijgevochten kijk op de maatschappij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten