Times
without Number uit 1962, in 1967 verschenen als Het rijk van de tijd,
is het eerste deeltje uit de reeks dat ik nog nooit gelezen had. Wel vreemd
eigenlijk: ik had het wel in de kast staan. Om de een of andere reden is het
telkens onder mijn radar gebleven. Leek het me te ingewikkeld toen? Ik kan het
me nauwelijks voorstellen, want het is een vrolijk spel met tijdreizen en
paradoxen, iets waar ik altijd belangstelling voor heb gehad. Ik denk dat ik
simpelweg niet geweten heb waar het boekje over ging!
Het boekje is een voorbeeld van alternative history, ook wel genoemd uchronie, uit het Grieks ουχρονία, letterlijk: “geen tijd”, afwezigheid van tijd. De
aartsvader van het genre is zonder twijfel Harry Turtledove, die met zijn lange
romans waarin bijvoorbeeld Hitler de Sovjetunie versloeg, een hele ris aan
alternatieve hedens creëerde.
Ook
literaire schrijvers als Michael Chabon met The
Yiddish Policemen’s Union of Stephen Fry met Making History hielden zich met dit gedachtenspelletje bezig. Daarbij
schreef Fry, net als de sciencefictionschrijver Stephen Baxter in diens tetralogie
Time’s Tapestry eigenlijk geen
alternatieve geschiedenisroman maar daar weer een aftakking van: een geschiedenisveranderroman
(dit woord wordt door een geschokte spellingschecker felrood onderstreept). Er
wordt in de tijd teruggereisd om willens en wetens een bepaalde gebeurtenis
niet of net even anders plaats te laten vinden om zodoende het heden te
veranderen. Bij Fry levert de dood van Adolf Hitler in de loopgraven van de
Eerste Wereldoorlog trouwens een nog veel akeliger en competenter Nazi-despoot
op, zodat de helden voor de tweede keer terug moeten in de tijd, nu om Hitlers
leven te redden.
John Brunner |
Een
dergelijke roman is Rijk van de tijd
ook. Het
jaar is 1988. Londres is de hoofdstad van het immense Spaanse rijk, nadat de Spaanse
koning met zijn Armada in 1588 Engeland veroverd had. De geleerde Borromeo heeft
het tijdreizen uitgevonden en de controle van de geschiedenis is een
staatsaangelegenheid. Ruimtereizen kent men niet.
Omdat
we weten dat Brunner een Brit is, en omdat we in de afgelopen vijftig jaar niet
stil hebben gezeten en dus bepaald een zekere onbevangenheid zijn kwijtgeraakt,
was het na een pagina of tien wel duidelijk waar dit allemaal op uit zou
draaien en jawel, via vele omwegen eindigt de held, Don Miguel in ons eigen 1988,
waarin Londres London heet, en Nueva Jorque New York. Een heden waar het
tijdreizen niet bestaat en het ruimtereizen juist wel! Ondanks dit niet
vreselijk verrassende einde was het een leuk boekje, waar ik, toegegeven, in de bijna onontwarbare knoeiboel van de casuïstiek van het tijdreizen twee keer de draad ben kwijtgeraakt. Ik heb die twee passages moeten herlezen!
Een aanradertje. Ik zal eens wat meer van Brunner gaan lezen, maar dan toch liever in het Engels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten