Net als het vorige in dit blog behandelde boek van de
Canadees Alfred E. Van Vogt, Tijd van leven, is ook De arsenalen van Isher
een zogenaamde fix-up (een term gemunt door Van Vogt zelf): drie in de
veertiger jaren in diverse tijdschriften verschenen kortere verhalen zijn in
1951 samengevoegd tot een soort geheel. Deze handelswijze brengt enige risico’s
met zich mee, want niet altijd gelukt het de schrijver om het uiteindelijke
resultaat volledig homogeen te krijgen. In deze roman ondervinden we dat aan
den lijve.
De vertaling van M.K. Stuyter S.J. (dat was één van de vele
melige schuilnamen van Mieke Groot, weet u nog wel?) is redelijk - het boekje
leest makkelijk weg. Althans… in het begin. Hier en daar zijn zelfs sporen van
schrijfvreugde te bespeuren. Even lezen we hier nog niet de latere Alfred Van
Vogt die eigenlijk niet houdt van mooie taal, die stuurse en zakelijke opsommer
die, wars van alle opsmuk, weigert een verteller te zijn. Naarmate het verhaal
echter meer en meer vast dreigt te lopen, en de professionele pulp-hacker zijn
zaakjes bij elkaar tracht te houden, wordt het leesplezier minder. En helemaal voor
niets, ben ik bang, want hij slaagt er uiteindelijk toch niet in om er een
homogeen geheel van te maken. Zelden heb ik zulke opzichtige losse einden
gezien in een sciencefictionboek.
Pas na een aantal schijnbewegingen, gevormd onder andere door
enkele van de oorspronkelijke losse verhalen die de feitelijke “roman” body
moeten geven, komt de kennelijke hoofdpersoon, Robert Hedrock naar boven
drijven. Ondertussen is er een journalist gevangen geraakt in een eeuwige
slingerbeweging van de tijd. Dit was een van de oorspronkelijke verhalen: The Seesaw (verschenen in Analog Science Fiction and Fact, July
1941). Op zich was dit gedeelte heel goed geschreven, maar het heeft volstrekt
niets te maken met de rest van het verhaal. Voorts is de zoon van een
motorbouwkundige, geboren met talent voor geluk, schatrijk geworden en weer
straatarm en weer schatrijk en ook nog eens machtig nu hij tot de binnenste
cirkel van keizerin Innelda Isher is gaan horen. Op de achtergrond is hij
daarbij intensief begeleid door Robert Hedrock.
Alfred E. Van Vogt |
Ah! Goed! Na deze inleidende dwaaltochten nu dan het
eigenlijke verhaal. De wapensmeden maken en verkopen wapens. Vreemde wapens,
want ze kunnen alleen maar gebruikt worden ter verdediging, niet als
aanvalswapens. Verdediging waartegen? Vooral de corrupte macht van de keizerin
van Isher. De filosofie van het bedrijf wordt verwoord door een slogan, in het
Nederlands tautologisch vertaald als: Het
recht wapens te mogen kopen is het recht om vrij te zijn. Met andere
woorden: dit is typisch Second Amendment
werk: de toevoeging aan de Amerikaanse grondwet waarin het recht om wapens te
dragen ter verdediging tegen eventuele corrupties in de regering omschreven
wordt. Precies de basis waar de National Rifle
Association zich op baseert. Geen wonder dus dat dit boek favoriet is bij
die eigenaardige wapenfanatici daarginds, in dat prachtige land USA.
Robert Hedrock wordt pas ver in het verhaal geïntroduceerd,
ook al blijkt hij de ware hoofdpersoon te zijn. Hij is de enige onsterfelijke
mens op aarde, een curieuze anomalie die voor het plot verder volstrekt irrelevant
blijkt te zijn. Hij heeft het op zich genomen om de wapensmeden en hun
arsenalen te herinneren aan hun oorspronkelijke doelstellingen, die van
bescherming tegen de corrupte regering van keizerin Innelda Isher. De politieke
filosofie van de Arsenalen beperkt zich tot het verschaffen van de middelen om
zich te verdedigen tegen de corruptie van de Isher dynastie en het verschil te
zijn tussen de staatsvorm van dat moment en een volledig totalitaire
maatschappij.
Van Vogt is zo druk bezig met het verzinnen van allerlei
rare plots dat het heel moeilijk is om je op een of andere rechte lijn in zijn “betoog”
te concentreren, als die er überhaupt al is. Wanneer je op het internet gaat
zoeken naar bruikbare samenvattingen, kom je al gauw tot de ontdekking dat die
er simpelweg niet zijn. Hoe dat komt? Ik denk doordat er niemand is die begrijpt
wat Van Vogts bedoeling geweest is. Ik ook niet: het einde was voor mij niet
alleen onbegrijpelijk, maar bovendien ultiem vergeetbaar: nu reeds, drie dagen
later kan ik me met geen mogelijkheid meer herinneren wat er allemaal gebeurd
is. Wat ik wel nog weet is dat het geenszins klopte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten