Zoals
wel eerder gebeurde, heeft Meulenhoff met In
twee fasen water van Hal Clement ook nu weer het tweede deel uit een bestaande reeks als eerste uitgegeven. Het oorspronkelijk eerste deel, Een zaak van gewicht, komt later (pas in
deel 45!)
Hal
Clement is een vertegenwoordiger van het harde sciencefictiongenre. Dat wil
zeggen dat alles wat hij beschrijft, in ieder geval wetenschappelijk
verantwoord moet zijn. Binnen die beperking zoekt hij vervolgens de uiterste
grenzen op van wat nog mogelijk kan zijn. Zo komt hij op het idee een onwaarschijnlijke
planeet te construeren als Tenebra.
Tenebra
is een vreemde plaats. De dikke dampkring van water, vermengd met zuurstof en
zwaveloxides maakt het een zeer hete plek. Er heerst een temperatuur van
driehonderdzeventig graden (het is me niet duidelijk geworden of dat Celsius of
Fahrenheit is – in dat laatste geval is het nog altijd boven de 180 graden
Celsius) en een druk van een achthonderd atmosfeer. Bovendien is de
zwaartekracht er drie maal zo groot als op Aarde. Door de vreemde combinatie
van druk en temperatuur bestaat water er in permanent wankel evenwicht tussen
twee fasen: vloeibaar en gas. Regenbuien met druppels van een paar meter omtrek
vallen tegen de avond en verstikken de atmosfeer. Bovendien heeft de planeet, daar
waar het weer overwegend een constante is, juist een voortdurend veranderende
bodem. Geen voorwaarden, zou je zeggen, voor intelligent leven. Niettemin is
dat er wel.
Een
menselijke expeditie draait in een ruime baan om de planeet en heeft er een
robot laten afdalen die een groep autochtonen onder zijn hoede heeft genomen.
Vanuit het ruimteschip communiceren de mensen met deze inboorlingen: wezens met
acht poten en vuurvaste schubben. Deze robot, Fagin genaamd, leert ze allerlei
dingen, zoals vuur maken, schepen bouwen, lijm maken.
Dan
stort er een sloep van het ruimteschip, een soort bathyscaaf, neer met aan boord
twee kinderen: het slimme meisje Easy Rich en de alien Aminadorneldo, de zoon
van de kortaangebonden Drommische diplomaat Aminadabarlee, gelijkend op een
bever van vier meter lang met acht poten.
Vanaf
hier is het een vrij simpel rampenboek geworden: schip gestrand, bemanning
machteloos, hulp moet komen van de inboorlingen, geleid vanuit het ruimteschip
door de communicatierobot. Dat dat allemaal gaat gelukken, spreekt natuurlijk
vanzelf, al komt de redding zelf bepaald als een anticlimax, een voetnoot die
in een paar pagina’s afgeraffeld wordt.
Hal Clement |
Hal
Clement is niet zo vreselijk goed in mensen, daar is zijn focus te technisch
voor. Zowel de opvallend normaal aandoende autochtonen op het planeetoppervlak,
als de bioloog Reaker, die voor het contact zorgt en de diplomaten Rich en Aminadabarlee blijven netjes in hun
hokje en alleen Easy Rich kan de lezer nu en dan enigszins verrassen. Wat de
wetenschap betreft: het zal allemaal wel kloppen, maar de leek zou wel een iets
uitgebreidere uitleg hebben willen krijgen.
Alles
bij elkaar een amusant en onschuldig boekje, dat niet tot grote hartstochten
geleid heeft bij uw kritische lezer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten