Dit tweede deel over detective
Lije Baley is beter dan het eerste, De stalen holen, MSF 2), en is dus de beste uitgave in de reeks tot nu toe.
We zijn ondertussen gewend aan
Asimovs toekomst en aan de drie wetten der robotica en kunnen geen detail
ontdekken dat op een of andere wijze niet helemaal klopt. Een consistente future history is een begerenswaardig
bezit voor een sciencefictionschrijver. Het is interessant om te zien hoe Asimov
gebruik maakt van zijn future history om zichzelf uit te dagen tot een tour de
force: namelijk om twee romans te schrijven die in elk opzicht elkaars negatief
zijn.
Speelde de eerste roman zich af
op de claustrofobische, overbevolkte aarde, waar een moord niet gepleegd kon
zijn omdat, geïndoctrineerd door het taboe, geen mens het op zou kunnen brengen om door
open ruimte van gebouw naar gebouw te lopen, deze keer is de handeling verplaatst
naar de planeet Solaria, ogenschijnlijk in alles de volstrekte tegenpool van de
Aarde, waar de moord niet gepleegd kan zijn omdat, geïndoctrineerd door het
taboe, geen mens het op zou kunnen brengen om met een ander mens in één ruimte
te zijn.
De bevolking van Solaria bestaat
uit slechts 20.000 zielen en wordt bijgestaan door vaak honderden robots per
persoon. Iedereen woont geïsoleerd op een eigen landgoed, vaak honderden of
zelfs duizenden vierkante kilometers groot. De geboortecontrole en het op
constant peil houden van de bevolking wordt streng geregeld door eugenetische
vakmensen. Fysiek contact is een volkomen taboe, men communiceert via
hologrammen. Als men samen een wandeling maakt doet de een dat op zijn of haar
eigen landgoed, de ander dito. De holografische projectoren schuiven synchroon
mee. Deze vorm van communiceren heet “kijken”, en is heel wat anders dan “zien”,
wat fysieke aanwezigheid impliceert. Elkaar naakt “kijken” is doodnormaal,
elkaar naakt “zien” ondenkbaar smerig en pervers.
Isaac Asimov |
In deze wereld is een moord
gepleegd en Baley wordt gevraagd om de moord samen met zijn oude partner, R.
Daneel Olivaw, een geavanceerde robot, te onderzoeken. Als Aardling worstelt
hij met precies de omgekeerde taboes. Hij voelt zich niet op zijn gemak als hij
niet iemand in de buurt heeft, de naakte zon beangstigt hem, robots staan hem
tegen. Zijn mores komen permanent in conflict met die van de Solarianen, die
hij soms schokt met zijn directheid.
Een moment van epifanie vindt
plaats wanneer een Solariaanse socioloog Baley erop wijst dat geen twee
planeten in het heelal zo op elkaar lijken als Solaria en de Aarde. Beide
gemeenschappen zitten volstrekt vastgeroest in onproductieve taboes. De
situatie is zo serieus, dat de mensheid wel eens ten onder zou kunnen gaan,
temeer daar één der Solerianen snode plannetjes heeft.
Het detective-verhaal in deze
roman is beter dan in het eerste deel, compleet met een soort
John-Dickson-Carr-achtig einde waarin de detective toegeeft niet de ware dader
te hebben ontmaskerd, nee, haar zelfs te hebben beschermd, maar in plaats daarvan
de gevaarlijke mad scientist onschadelijk
te hebben gemaakt – en aldus de mensheid te hebben gered. Een soort bijvangst
die Carr’s hoofdpersoon Dr. Gideon Fell nooit heeft mogen bijschrijven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten